skip to main content

Steun voor graanboeren in Brazilië

Een innovatief partnerschap in Brazilië zorgt voor efficiëntere opslag- en transportmethoden voor boeren, wat hen helpt om toegang te krijgen tot nieuwe wereldmarkten.

January 01, 2015

Halverwege de 20ste eeuw was Cargill er klaar voor om zijn wereldwijde aanwezigheid uit te breiden door de Zuid-Amerikaanse markt op te gaan. Toen de mogelijkheid zich in 1948 aandiende, greep John MacMillan, de president van Cargill, zijn kans.

Vanaf het begin was de keuze voor Zuid-Amerika ongebruikelijk voor Cargill. De International Basic Economy Corporation (IBEC), een bedrijf dat door Nelson Rockefeller was opgericht om de levensstandaard door middel van zakendoen te verbeteren, benaderde John Jr. om een partnerschap op te zetten. John Jr. greep de mogelijkheid aan, omdat hij deze als een kans zag om te bouwen aan een formele aanwezigheid in de Zuid-Amerikaanse regio. Samen richtten de twee Cargill Agricola e Commercial S.A. (CACSA) op.

Met hun nieuwe bedrijf begonnen de partners te werken aan een oplossing voor een langdurig probleem voor graanboeren in Brazilië: verlies van de maisoogst vanwege onvoldoende opslagmogelijkheid. Maïs was erg gewild vanwege de voedzaamheid, maar ook omdat door het malen van maïs verschillende andere producten geproduceerd konden worden, zoals zetmeel, siroop en textielsoorten. In een poging om het gewas te beschermen en transport mogelijk te maken, bouwde CACSA twee graanelevators (één in Ourinhos, São Paulo en een tweede in Arapongas, Paraná). Deze constructies hielpen boeren aan voldoende opslagruimte, waardoor ze hun gewas konden beschermen tegen insecten en ander soort bederf. Ook konden ze wachten met de verkoop van hun gewas tot de prijs gestegen was.

Naast het verbeteren van de opslagmogelijkheid, richtte CACSA zich op het verbeteren van de communicatie tussen twee van de spoornetwerken van Brazilië. Het bedrijf werkte samen met de twee spoornetwerken, waarbij de overeenkomst gesloten was dat graan opgehaald zou worden via het ene spoor en afgeleverd zou worden via het andere, zonder dat er opnieuw geladen hoefde te worden. Om sneller verplaatsen van gewas te promoten, legde CACSA een rechtstreekse spoorlijn aan naar wat uiteindelijk de drukste haven van Zuid-Amerika zou worden: Santos.

Ondanks CACSA's positieve invloed op de graansector, werd de winstgevendheid beperkt door andere problemen met transport, regels van de overheid en een gebrek aan nieuwe markten. In 1957 verkocht Cargill zijn aandelen en trok zich terug van de Braziliaanse markt.

Hoewel de CACSA-onderneming geen lang leven beschoren was, legde het wel de basis voor het toekomstige succes van het bedrijf in Brazilië. Met meer kennis van de voor Brazilië typerende uitdagingen en kansen, keerde Cargill in 1965 succesvol terug, en introduceerde de meer rendabele maïsoogst door hybride maïszaden.

Ondanks de eerdere uitdagingen is de beslissing van John. Jr. om uit te breiden naar Zuid-Amerika succesvol gebleken, aangezien Cargill was uitgegroeid tot het grootste landbouwbedrijf in Brazilië. Vandaag de dag exporteert het bedrijf jaarlijks miljoenen tonnen duurzame soja vanuit hun ultramoderne graanterminal die gebouwd is langs de rivier de Amazone in Santarém.u Als één van de grootste voedselproducenten van Brazilië en de grootste bewerker van cacao in Latijns-Amerika, heeft Cargill fabrieken, pakhuizen, haventerminals en kantoren in 160 steden in heel Brazilië. De Braziliaanse regering prees het bedrijf voor zijn inspanningen en riep Cargill in 2012 uit tot beste voedingsmiddelenbedrijf van het land.