De start van zakelijke activiteiten in Vietnam

In 1995 gingen de Verenigde Staten en Vietnam volledige diplomatieke betrekkingen aan en openden daarmee de Vietnamese markt voor handel met het westen. Cargill was een van de eerste Amerikaanse bedrijven die in 1995 naar Vietnam kwamen. Het bedrijf herkende de behoeften en kansen om de diervoederindustrie van het land te verbeteren. Juels Carlson, die Cargill had geholpen bij de overstap naar andere landen zoals Japan en Rusland, vestigde in 1995 een eenmanskantoor in Ho Chi Minhstad in Vietnam. Hij richtte zich op het oplossen van diervoedingsproblemen in het land en werkte aan een goede relatie met de boeren om meer inzicht te krijgen in hun behoeften.

In deze pioniersomgeving bedachten Carlson en het Cargill-team oplossingen die pasten bij de Vietnamese cultuur. Voor 1995 gaven boeren hun varkens een traditioneel voer van rijstzemelen, groenten en visresten. Maar dit voer remde de groei van de varkens en leidde tot obesitas en vermoeidheid. Cargill introduceerde voederconcentraten op basis van sojameel, rijk aan essentiële proteïnes, vitamines en mineralen die de varkens eerder niet kregen. Het bedrijf gaf het sojameel een fijngemalen textuur, zodat boeren het konden mengen met water — een Vietnamese landbouwpraktijk die al generaties lang in zwang was.

Aangezien meer dan 90% van de 18 miljoen varkens die elk jaar in Vietnam werden gefokt, in kleine groepen bij de huizen van boeren werd gehouden (en niet op grote varkenshouderijen), paste Cargill de grootte van de diervoederverpakking aan. Kleinere zakken diervoeder van 2 en 5 kilo waren betaalbaarder en gemakkelijker te vervoeren op de motor. In 1999 opende Cargill met een subsidie van de U.S. Grains Council de eerste permanente diervoederfabriek in Vietnam. Deze fabriek diende als trainingslocatie om Vietnamese boeren te helpen efficiëntere varkenshouders te worden, terwijl hij ook een grotere markt creëerde voor Amerikaanse graanproducten.

In 2000 riep het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse zaken Cargill uit tot “het beste Amerikaanse bedrijf in Vietnam.”

In slechts vier jaar groeide het Vietnamese kantoor van Cargill naar 250 werknemers, die verfijnde producten en diensten ontwikkelden waar plaatselijke boeren tot ver in de toekomst profijt van zouden hebben. Sinds 1997 heeft Cargill plaatselijke trainingsworkshops georganiseerd voor ruim 1,5 miljoen Vietnamese boeren. Het bedrijf heeft meerdere prijzen gewonnen vanwege zijn rol bij de ontwikkeling van de Vietnamese economie, waaronder in 2000 een prijs van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken dat Cargill uitriep tot “het beste Amerikaanse bedrijf in Vietnam”. Cargills aanwezigheid in Vietnam is gegroeid naar meer dan 1100 werknemers op het gebied van diervoeding en andere belangrijke industrieën, zoals cacao, ingrediënten voor voedingsmiddelen en dranken, en granen en oliezaden.