Duurzame winning van palmolie in Indonesië 

Palmolie is een onmisbaar ingrediënt in duizenden artikelen, van pizzadeeg en chocolade tot shampoo en lippenstift. Miljoenen mensen over de hele wereld zijn ervan afhankelijk en de vraag naar palmolie zal naar verwachting toenemen. Maar waar er ongelimiteerde toepassingen mogelijk lijken voor deze veelzijdige olie, kan onverantwoorde productie van palmolie een verwoestend effect hebben op de tropische omgevingen waar het fruit groeit, met name in regio's in Indonesië en Maleisië.

De stijgende belangstelling voor milieubehoud heeft tot steeds meer zorgen over palmolieproductie geleid. Maar sinds het begin is het werk dat Cargill doet met palmolie verankerd geweest in de grootste zorg voor het milieu. In 2004 werd de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) opgericht om wereldwijde duurzaamheidsnormen te bepalen voor de branche. Dat betekende dat Cargill, met zijn geschiedenis van strikt duurzaamheidsbeleid, hierop al vooruit liep.

Om een voorbeeld te noemen: Cargill vermijdt de ontwikkeling van gebieden die een hoge milieubeschermingswaarde hebben. Deze gebieden zijn onder meer turfgebieden en gebieden die belangrijk zijn voor plaatselijke gemeenschappen. Het bedrijf begon ook een antiverbrandingsbeleid van land om de biodiversiteit te beschermen.

In 2005 kocht Cargill Harapan Sawit Lestari, een plantage in de Indonesische provincie West-Kalimantan. Vanaf het begin was de bedrijfsvisie voor duurzaam, verantwoordelijk werk de inspiratie voor de bedrijfsactiviteiten op de plantage. Cargill besteedde aanzienlijke tijd en inspanning aan onderwijs, training en infrastructuur, om te waarborgen dat de plantage nieuwe duurzame technieken gebruikte om te voldoen aan de stijgende wereldwijde vraag.

Een belangrijk aspect van duurzaamheid in intensificatie van de opbrengst, waarbij wordt gestreefd naar maximering van de hoeveelheid olie uit elke hectare land, terwijl de gezondheid en productiviteit van elke palmboom wordt verbeterd. Door verbetering van de bodemconditie, oogsten op precieze tijdstippen, natuurlijke ongediertebestrijding (waaronder uilen die op knaagdieren jagen) en optimalisatie van de toepassing van voedingsstoffen is de productie gestaag gestegen waarbij dezelfde hoeveelheid land is gebruikt.

Daarnaast heeft Cargill een afvalvrij beleid ingesteld om hulpbronnen te sparen. Lege trossen fruit worden gebruikt als meststof, terwijl de schillen en vezels dienen als brandstof voor het produceren van elektriciteit voor de plantage en woonhuizen. Zelfs het water dat wordt gebruikt tijdens de palmverwerking, wordt behandeld en opnieuw gebruikt om bomen te irrigeren en bemesten.

De nieuwe praktijken zijn beter voor het land en de gemeenschap: werkplekveiligheid is een dagelijkse prioriteit geworden en in de loop der tijd een integraal onderdeel van de plantagecultuur. Met de hogere gezinsinkomens en een betere levenskwaliteit kunnen de plaatselijke gemeenschappen van West-Kalimantan bloeien en zich ontwikkelen.

In februari 2014 ontvingen de inspanningen van Cargill wereldwijde erkenning. De Harapan Sawit Lestari-plantage van Cargill ontving RSPO-certificering, een prestigieuze onderscheiding die klanten meer zekerheid en vertrouwen geeft in de palmolie die Cargill levert.

Na strenge testen werd de Harapan Sawit Lestari-plantage in 2014 gecertificeerd door de RSPO.

Voor de toekomst zijn de doelen van het bedrijf nog hoger. Ze zijn gericht op de preventie van ontbossing, het vermijden van verlies van turfbodems (die grote hoeveelheden koolstof bevatten) en bescherming tegen uitbuiting van de plaatselijke gemeenschappen die betrokken zijn bij palmolieproductie. Met deze inspanningen komt Cargill dichter bij een belangrijke doorbraak voor een wereldwijd handelsbedrijf: een 100% duurzame productieketen voor palmolie.