skip to main content

Een integere reputatie hooghouden

Als een zakelijke overeenkomst door een rechtszaak wordt opgeschort, neemt Cargill de verantwoordelijkheid voor zijn fouten en accepteert het bedrijf de consequenties.

January 01, 2015

In 1998 verkocht Cargill zijn internationale zaaddivisie aan Monsanto en maakte verdere plannen bekend om de Noord-Amerikaanse zaaddivisie te verkopen. Voordat de verkoop rond was, spande Pioneer Hi-Bred een proces aan tegen Cargill, omdat Cargill hun intellectuele eigendom in de vorm van kiemplasma, oftewel zaadstof, zou hebben gestolen. De beschuldigingen trokken Cargills integriteit in twijfel en brachten zijn reputatie op het gebied van eerlijk, ethisch zakendoen in gevaar.

Nadat Pioneer Hi-Bred het proces had aangespannen, werd er bij Cargill een grondig intern onderzoek ingesteld, dat uitwees dat een werknemer van Cargill, die eerder bij Pioneer Hi-Bred had gewerkt, materiaal van zijn eerdere werkgever onrechtmatig in Cargills kweekprogramma had geïntroduceerd. Een externe adviseur raadde Cargill aan om deze overtreding niet toe te geven en om schadevergoeding te eisen. De bestuurders van Cargill hielden echter vast aan hun jarenlange beloftes voor integriteit en ethiek en weigerden dit te doen.

Robert Lumpkins, financieel directeur bij Cargill, en Frederic Corrigan, de uitvoerend vicevoorzitter, wenden zich direct tot Pioneer Hi-Bred in een poging bevindingen van het onderzoek te delen en de zaak recht te zetten. “De bestuurders van Pioneer waren sprakeloos”, herinnert Jeffrey Skelton zich, een advocaat van Cargill die aan deze zaak was toegewezen. “Openlijk toegeven dat Cargill fouten had gemaakt, was niet iets dat onze externe advocaten begrepen.”

Cargill stemde ermee in om het illegale materiaal in zijn maïskweekprogramma te vernietigen, om Pioneer Hi-Bred $ 100 miljoen schadevergoeding te betalen en om licentiekosten te betalen voor toekomstig gebruik van het materiaal. Cargill stelde Monsanto, het bedrijf dat Cargills internationale werkzaamheden had opgekocht, ervan op de hoogte dat er wat van het materiaal in zijn producten kon zitten. Nadat de verkoop van de Noord-Amerikaanse divisie tijdens het proces was opgeschort, verkocht Cargill deze onderneming in 2000 aan een andere koper.

CEO Ernie Micek schreef daarna een open brief naar het bedrijf, waarin hij terugkeek op deze beproeving en alle medewerkers op het hart drukte Cargills Uitgangspunten te volgen, zeven belangrijke ideeën die de basis vormen van de gedragscode van het bedrijf. “Als dit hoofdstuk is afgesloten, hebben we laten zien dat Cargill oprecht was in het onder ogen zien van het probleem en het nemen van de juiste maatregelen”, schreef hij. “[Het is] een bedrijf waar we allemaal trots op kunnen zijn.”

Skelton, die nog steeds bij Cargill werkt, kan zich het moment nog precies herinneren waarop hij leerde dat een harde strijd in de rechtszaal niet altijd het juiste antwoord is. “Uiteindelijk kon het geschil dankzij onze ethiek op een positieve manier worden opgelost”, zegt hij. “Door zoiets mee te maken, leerde ik de echte waarden van Cargill kennen.”